Werkwijze
Ga op internet op zoek naar wie er allemaal nodig zijn om theater te maken. Dit zijn er heel veel. Wat dacht je van de techniek of de make-up en er is ook een regisseur. Kies vervolgens één van deze beroepen en controleer bij je docent dat niemand deze al doet. Voor hulp met zoeken klik eerst maar eens op “infobronnen hier links”.
Heb je van je docent een “groen licht” gekregen, dan ga je alles te weten komen over het beroep van je keus.
Ga bijvoorbeeld naar: http://theater-maken.pagina.nl/ en kijk wat de taak is van jouw beroep. Hier kun je een heel lang verhaal over vertellen maar in een presentatie moet je kort en bondig zijn. Dus van alle informatie die je vindt ga je een samenvatting maken. Dit is bijvoorbeeld 10 taken die jouw beroep moet doen. Leuk is het als je voor elke taak een bijbehorende foto of video kan vinden.
Let op!! Als je video zoekt om je presentatie wat levendiger te maken, gebruik zogenaamde WMV films. MPEG doet het namelijk niet en .mov en .avi zijn vaak wat groot. Als je de juiste soort film hebt dan heet hij: puntje puntje.wmv. Zorg ervoor dat video’s niet te groot zijn. (max 1mb) Foto’s kunnen het beste .jpg zijn. Dan heet je foto puntje puntje.jpg. Maak je gebruik van muziek? Zorg dat je muziek mp3’s zijn.
Nu maak je een map aan in je eigen map. (rechtsklik -> nieuw -> map) Hier sla je alle informatie en evt foto’s en video op. We gaan straks hiermee verder.
Nu ga je onderzoeken welke soorten uitvoeringen er kunnen plaatsvinden in een theater. We hadden het al over cabaret gehad maar er is natuurlijk nog veel meer. Maak maar eens een lijstje (met bijvoorbeeld de kladblok) van wat er allemaal te beleven valt in een theater. Daar ga je dan één uit kiezen waar je je in gaat verdiepen. Ook nu weer ga je dan naar de docent om te controleren of niemand anders dit onderwerp heeft gekozen.
“Groen licht” gekregen? Dan ga je nu over jou “toneelsoort” alles te weten komen. Ook nu weer is de kunst niet het vinden maar het vertellen. Welke informatie kun je vertellen over toneelsoort? Denk maar eens aan:
Hoe heet het?
Hoe ziet het eruit? (Foto’s)
Welk gevoel geeft het? Is het grappig, droevig, serieus, boos, saai, tof?
Zijn er veel spelers voor nodig?
Is het typisch Nederlands of komt het uit een ander land?
Is er speciale kleding voor nodig en zo ja wat (foto’s)
Wat voor soort publiek trekt het aan? (Jongeren, volwassenen)
Nu ga je je dia’s maken in Powerpoint. Deze presentatie bestaat uit 2 delen. De 1e deel gaat over het “ondersteunend” beroep die je hebt gekozen. Daar maak je 5 a 10 dia’s over. Hier verwerk je ook alle foto’s in die je erover hebt gevonden.
De 2e deel gaat over je “toneelsoort”. Hier maak je ook 5 a 10 dia’s over met weer de bijbehorende foto’s en video.
Klaar? Laat je docent zien wat je hebt en volg eventuele aanwijzingen op. Heb je dat gedaan dan ben je klaar en is het nu wachten op de presentatie in de klas. Klik intussen op “beoordeling” om te zien waar je straks punten op kan scoren.